WANDELINGEN

In samenwerking met IVN Noord- en Midden Achterhoek zijn op het landgoed en omgeving twee wandelingen uitgezet. De Vogelwandeling Erve Kostverloren en de Bomenwandeling 't Rijkenbarg. Op deze pagina vindt u een korte beschrijving en op de pagina foto's krijgt u een impressie van de wandelingen.

Op de website van het IVN vindt u nog meer wandelingen, informatie en activiteiten


VOGELWANDELING ERVE KOSTVERLOREN

Een afwisselende wandeling over het landgoed Erve Kostverloren en omgeving van ca. 4,5 km. Er is veel kans om bosvogels te zien.


Vogelsoorten

De volgende vogels kunt u tegenkomen tijdens de wandeling:

- spechten




- mezen

- patrijzen of ganzen

- boomklevers en boomkruipers

- uilen




- steenuilen




- winterkoning

- koolmezen


Hagen en houtwallen



Op het landgoed komen verschillende spechtensoorten voor. Spechten hakken zelf holen in oudere bomen voor hun nest. Ook timmeren ze op bomen in het voorjaar en tijdens het zoeken naar voedsel. Als je een boom met heel veel holtes ziet, is er een specht langs geweest op zoek naar eten.

Uilen zien heel scherp, en aan de kleur van hun ogen kan je zien waneer ze actief zijn. Uilen met zwarte ogen, zoals de bosuil, jagen alleen 's-nachts. Uilen met oranje ogen jagen in de schemering, uilen met gele ogen jagen ook overdag. Op het landgoed komt onder andere de bosuil voor.

De steenuil is een typische vogel van het kleinschalige Achterhoekse landschap met zijn hagen, heggen en bosjes. Het is de kleinste Nederlandse uil, niet veel groter dan een merel. Met zijn felle gele ogen, een gele snavel en witte wenkbrauwstrepen jaagt hij vooral overdag.

Voor de uitvinding van het prikkeldraad werden weilanden en akkers vaak omzoomd door hagen of houtwallen. Het heet een houtwal als de struiken op een wal geplaatst zijn. Een brede houtwal met veel volgroeide meidoorns is recent aangeplant vanwege de grote natuurwaarde voor zangvogels en andere dieren.

BOMENWANDELING 't RIJKENBARG

Historie

't Rijkenbarg is een relatief oud bos, bekend en geliefd als wandelbos in Ruurlo. Het is één van de eerste bebossingen van de heidegronden in de negentiende eeuw. Delen waren al vroeg aangelegd, een deel volgde na 1870. Rond 1900 was het hele gebied al bebost. 

De familie van Heeckeren, die 't Rijkenbarg in bezit had, plantte er naaldbossen aan op de gronden die minder geschikt waren voor de landbouw. Het was lucratief in die tijd. Er was veel vraag naar hout en er waren nieuwe boomsoorten die snel veel en goed hout produceerden. Daarnaast werden ook andere soorten aangeplant ter verfraaiing. Ook daarvan zijn voorbeelden in dit bos te zien.


Bomensoorten

In 't Rijkenbarg komen de volgende bomen voor; Douglas, Lariks, Berk en Hulst, Grove den en de Reuzenzilverspar.


Dode bomen in het bos

In een natuurlijk bos liggen en staan vaak dode bomen. Deze zijn van groot belang voor de dieren en planten, en voor de voedselkringlopen in het bos. Een staande dode boom is ideaal om voedsel te zoeken. In deze bomen zie je heel wat gaten, waar de specht lekkere larven en andere beestjes heeft gegeten. Een ligende dode boom biedt groeiruimte aan paddestoelen en voedsel voor insecten. Hiervan profiteren de grotere dieren in het bos, vooral de vogels.


Rabatten en ontwatering

Rabatten werden aangelegd voor ontwatering van de natte gronden. Bij de aanleg van het bos werden greppels gegraven, waarbij de bodem ertussen werd opgehoogd. Hierop werden de bomen geplant. Links van de weg is dit patroon in het bos herkenbaar.


Zevensprong

Begin jaren 80 is het boek "De Zevensprong" van Tonke Dragt verfilmd en deels opgenomen op het landgoed. Voor de film zijn op de plek van de wegwijzer het decor van een ruïne van een herberg en een extra nieuwe weg aangelegd. Alleen de wegwijzer staat er nog als herinnering.